In het forensisch onderzoek bij de politie draait alles om sporen. Bij een misdrijf, brand of verkeersongeluk kunnen die sporen je namelijk meer vertellen: wat is er precies gebeurd? Hoe zijn hier mensen binnengekomen? Wat waren de onderlinge relaties? Waar is de brand ontstaan? Hoe vloog deze auto uit de bocht? Vingerafdrukken, haren, bloedsporen, schoenafdrukken, bandensporen: als forensisch onderzoeker stel je ze snel en zorgvuldig veilig, om in het laboratorium verder te onderzoeken hoe de vork in de steel zit. Dat doe je natuurlijk niet alleen, maar met een compleet team. Bij het forensisch onderzoek plaats delict verkeer doe je onderzoek naar de oorzaak en het verloop van een zwaar verkeersdelict of verkeersongeluk. Hoe hard werd er gereden? Vanaf welk moment werd er geremd? Heeft het voertuig goed gefunctioneerd of waren er mankementen?

Werk je als forensisch onderzoeker plaats delict, dan maak je sporen zichtbaar op de plaats van een misdrijf of ongeluk. Je stelt bijvoorbeeld vingerafdrukken, genetisch materiaal of voetstappen veilig, en onderzoekt en analyseert de onderlinge samenhang van sporen. Welke sporen zijn het belangrijkst? Waar moet verder naar gekeken worden?

Het forensisch onderzoek plaats delict begint met het bedenken van een aanpak, in samenspraak met de tactische recherche en andere specialismen. Een moord is niet altijd evident. En wat op het eerste oog een suïcide lijkt, hoeft dat ook niet te zijn. Het is aan de forensische opsporing om de verschillende scenario’s te onderzoeken.’